22 Aug 2008

Werk & Ontwikkeling

Eigenlijk heb ik de laatste tijd niet veel puf om te schrijven en dat heb je gemerkt… weinig meer op de web gezet en dat heeft vooral met de werkdruk te maken, die alle energie van me vergt. Op zich gaat het niet om een hoge werkdruk vanwege de hoeveelheid taken die ik moet uitvoeren; al zijn die wel veel, gezien ik in vele opzichten iets meer weet door mijn opleiding en ervaring met milieu-educatie, maar vooral meer interesse... maar daarbuiten gaat het vooral om de werksfeer. Het lijkt erop dat, waar we vorig jaar gelukkig wel konden werken en we MOCHTEN werken volgens de door ons ontwikkelde methodes, we nu ineens te veel politieke bemoeienis krijgen van de wethouders. Het technische van het politieke uit elkaar houden is schijnbaar niet makkelijk. Vooral het afdelingshoofd heeft de taak daar een evenwicht in te vinden en dat valt míjn directe baas schijnbaar niet mee. Je hebt veel te maken met “politieke schulden”. Mijn directe baas is door de wethouder in de Gemeente gebracht en dus moet hij het terugbetalen met het steunen met zijn “subtiele” politieke campagne om zich als burgemeester te lanceren, die nu al begint voor de verkiezingen van over 2.5 jaar. Burgemeesters worden hier namelijk gekozen en die nemen dan hun wethouders en personeel mee van dezelfde politieke partij, en gooien de vorige eruit als het even kan. Maar goed, omdat we nu, via onze afdeling, een project aan het uitvoeren zijn, wordt er veel aan getrokken en proberen de wethouders “hun mensen” hier aan het werk te krijgen, en ook extra aandacht te krijgen als we openbare acties doen zoals milieu-acties en workshops in de andere districten van de provincie van Cajamarca. Als het hen niet naar de zin gaat, moet mijn directe baas op het matje komen en die vindt dan weer dat ik op het matje moet komen... ik heb namelijk veel gedaan om dit project gefinancierd te krijgen, omdat het onder mijn afdeling valt: Milieu Educatie en Beleidmaken. Vorig jaar hebben we veel gedaan gekregen zonder project vooral op gebied van beleid maken, maar voor een aantal activiteiten zoals workshops in alle districten en gefundeerd luchtkwaliteit onderzoek gebaseerd op gemeten data, hadden we toch echt de financiering van het project nodig. Wij helemaal blij natuurlijk, want afgezien van de meetinstrumenten, zou er ook personeel komen voor de uitvoering. Wat wil het geval? Inmiddels wordt het project uitgevoerd vanaf maart dit jaar. Twee mensen werden ervoor aangenomen. De projectleider en technisch personeel. De projectleider had meer interesse voor afvalverwerking, waardoor hij twee maanden weinig heeft uitgevoerd en toen naar een ander project vertrok. We kregen een supervisor, waar we vorig jaar mee hadden samengewerkt en als zodanig werkten we prima samen. Het werk werd in overleg bepaald met de andere drie werkers die later werden aangenomen: een lerares, iemand voor pers en communicatie en iemand die enquêtes zou houden. Toen de projectleider weg ging, werd ze, de supervisor, voorgesteld de leiding van het project over te nemen en toen werden de relaties ineens anders. Hoe het gekomen is, weet ik niet, maar deze persoon weet ineens niet wat overleggen is en weet alleen orders uit te delen aan haar team, wat daarom niet meer als team samenwerkt. Daarnaast spendeert ze veel tijd aan het “informeren” aan de afdelingshoofd, ook mijn baas, over wat ze allemaal zelf doet en de rest van het personeel niet, dus dat de rest (vooral mijn collega en ik) niets uitvoert en daarom haar project dwarsbomen en ze niet vooruit komt. Gezien het niet mijn stijl is me te verdedigen als dingen niet direct tegen me worden gezegd, werd dit alleen erger en had mijn baas vooral indirecte opmerkingen over dat ik “nog steeds op vakantie was”. Ik heb dáár dus wel op gereageerd en duidelijk gemaakt dat het niet het geval is en we als personen en "professionals" een beter omgang met elkaar zouden moeten hebben, maar toch stopt het niet en is de spanning te snijden tussen ons als team: mijn baas, mijn collega, de nieuwe projectleider en ik. Ergens doet het vermoeden dat er financiële interesses zijn, want bij het uitvoeren van projecten, proberen leidinggevenden er altijd iets extra´s uit te halen. Helemáál omdat we vorig jaar zo goed hebben samengewerkt (zonder project) om de milieu-certificatie op Nationaal niveau voor elkaar te krijgen en er nu zo´n omslag is in de omgang. Anyways, dit alles doet me nogmaals goed nadenken over de principes, waarden en normen, en redenen die me hierheen brachten. Natuurlijk trok en trekt het heel erg, omdat ik hier ben opgegroeid en omdat voor mijn gevoel een groot gedeelte van mijn “wortels” hier liggen, maar ook juist omdat ik zag en zie dat er meer nood is en minder mensen die het werk hier kunnen doen. In Nederland is ook veel belangrijk werk te doen, maar vaak is dat door meerdere personen uit te voeren. Ik wilde niet werken alleen om een loon te hebben om te kunnen leven, maar heb nu toch het gevoel dat nu wel te moeten doen. Het werk op het gemeentehuis heeft me ontzettend veel geleerd, veel over de maatschappij en de mentaliteit in deze landen. Één ding is het opgroeien en af en toe hier even wonen en op vakantie zijn; iets héél anders is er helemaal inzitten en de dagelijkse realiteit zelf meemaken. Dit valt niet mee, is vaak frustrerend, omdat je weet dat het anders kan, maar het verrijkt tegelijkertijd je denken en je ervaring. Mijn structurele denken is toch vrij Europees gevormd en dat is iets heel positiefs, maar tegelijkertijd iets wat hier niet altijd opgaat en dus moet je ook dát kunnen loslaten. Je MOET leren omgaan met onzekerheden, onveiligheid, nood, frustratie, corruptie, oneerlijkheid en vooral dat niet alles is zoals je denkt dat het zou moeten zijn. Moeilijk, maar verrijkend, want je enige zekerheid blijkt weer de Schepper te zijn. Een paar weken geleden was hier een Nederlands gezin, die de wens hebben ontwikkelingshulp te kunnen doen met als drijfveer hun geloof. Heel mooi om te zien en te ervaren dat er mensen worden aangeraakt om hun veilige plekkie in het “geregelde” Nederland op te willen geven om te kijken hoe ze kunnen dienen om anderen verder te helpen, die niet dezelfde mogelijkheden hebben gehad. Een land en een cultuur leren kennen is natuurlijk een proces. Het is interessant te merken dat er in de gesprekken zoveel verschil is in visies over hoe de maatschappij in ieders ogen is of zou moeten zijn. Iedereen, wij allemaal redeneren en ervaren natuurlijk vanuit onze eigen achtergrond en dus kan dat nogal eens verschillen. In de gesprekken kwamen verschillende opties naar voren voor het invullen van het werk dat ik of wij samen zouden kunnen opzetten, om daarmee ook terug te komen op mijn eerste drijfveer. Het werk van mijn ouders is gericht op geestelijk en sociaal werk, waarbij ze veel sociaal-economische nood tegenkomen. Daar vloeien veel ideeën uit voort, die in ideeën blijven steken zolang niemand ze oppakt, want ze weten het nu al soms niet allemaal bij te houden met alles wat er uitgebreid is sinds ze zijn begonnen met het werk in 2001. Zo hebben Wilfredo en ik een tijdje geleden een projectje opgezet voor een timmer-leer-werkplaats in een van de verderweg liggende dorpen waar ook bijbelscholen worden gehouden. Het is in Malat, waar nu ook een nieuwe kerk wordt gebouwd waar de hele gemeente hard aan meewerkt. Dit projectje is door een vereniging van melkers uit Best in Nederland aangenomen en nu kan het worden uitgevoerd. Maar door wie? Door allerlei soortgelijke en gecompliceerdere corruptieschandalen, heeft Wilfredo vanaf half augustus besloten afstand te doen van zijn werk en zijn we op zoek naar alternatieven op korte termijn; maar in de tussentijd is hij het project van de Timmerwerkplaats aan het uitwerken voor een gestructureerde planning en effectieve uitvoering. We willen er vorm aan geven zodat het vanaf september werkelijkheid zal worden. Verder zijn er voorstellen van projecten voor drinkwatervoorziening in een ander dorpje, promotie (en later begeleiding) van vrijwilligerswerk vanuit Nederland, het jeugd- en tienerwerk in de dorpen opzetten en begeleiden, etc. Graag wil ik een werkplan opzetten om te zien óf en hoe ik daar invulling aan zou kunnen geven want het is ontzettend belangrijk werk. Misschien zou het ook goed zijn als brug naar stabieler werk of juist om het steeds meer uit te breiden. In de gesprekken met het echtpaar uit Nederland, dachten we ook aan een optie op midden- of langer termijn, wat zou zijn: een korte periode naar Nederland, projecten voorstellen, een achterban proberen te vormen, fondsen werven en weer hier aan de slag in ontwikkelingsamenwerking, weer gedreven door de motor van ons geloof. De optie die we ook in Nederland met een paar hadden besproken, maar wat voor ons, vooral mij, soms moeilijk is voor te stellen. Door de werkelijkheid die we nu leven heb ik “geleerd” vooral niet te veel vooruit te denken... niet te veel te dromen om teleurstellingen te voorkomen... misschien is dit te veel uitgedoofd en moet ik weer leren dromen, en leren vertrouwen. Dus zoals je ziet, veel stof om over na te denken en daardoor weinig puf om te schrijven. Het werk hier is belangrijk, de oogst is groot, maar als je zelf druk bezig bent met overleven, is het moeilijker anderen te kunnen helpen. Misschien kun je meedenken en meebidden, dat zou ons veel helpen: helderheid krijgen over de toekomst, de juiste stappen te zetten en vooral vertrouwen, geloven en durven dromen... Judith

Wilfredo & Judith