Gebrekkige gezondheidszorg
![]() |
Judith bezoekt Ermelinda en grote broer Dixel op bij het ziekenhuis. |
Guzman en Ermelinda werkten jarenlang als kinderwerkers hoog in de bergen, en ontvingen van ons werkboeken en schoolpakketten voor de kinderen van de kerk. Het contact met Ermelinda was in het begin in Cajamarca moeilijk, omdat ze haar telefoon bij haar dochter in hun dorp had achtergelaten. We spraken af bij de ingang van het ziekenhuis om haar een tweedehands telefoon en giften uit Nederland te overhandigen, omdat je bij ziekenhuisopname veel zelf moet betalen. De gezondheidszorg en informatievoorziening in Peru zijn gebrekkig. De artsen spraken over een “tumor”, maar al snel werd duidelijk dat Jhimy een open ruggetje en een waterhoofdje had, en met tekeningen legden we de ouders uit wat dit betekende. We hebben samen gebeden – dáár op de stoep van het ziekenhuis, maar ook in de auto en zelfs over de telefoon.
Er was niets meer te doen
![]() |
Ermelinda mocht per vliegtuig naar Lima, maar moest zelf zien hoe ze terug naar huis ging. |
Omdat de volksverzekering niet alles dekte, moest Guzman naar de kust reizen om op plantages te werken en de drain voor het waterhoofdje te bestellen. We kwamen in contact met een Nederlands ziekenhuis, dat bereid was de drain te doneren. Na de rugoperatie kreeg Jhimy echter complicaties, en na twee maanden onzekerheid gaven de artsen in Cajamarca aan niets meer te kunnen doen. In het ziekenhuis in de hoofdstad Lima kregen de ouders opnieuw te horen dat hij te zwak was voor de operatie aan het hoofdje. Uiteindelijk stonden ze weer op straat, zonder verdere hulp of behandeling...
Dankbaar te midden van de moeilijkheden
Deze pijnlijke situatie laat de realiteit in Peru zien. We worden soms overspoeld door machteloosheid. Toch mochten we in alle onzekerheid Gods liefde laten zien.. Bij aankomst belde Ermelinda vanuit hun dorp: “Willen jullie weer samen met mij bidden? Laten we nu danken! We hebben ons gedragen gevoeld. God heeft voor ons gezorgd en zal dat blijven doen – voor ons en voor Jhimy.”