31 Aug 2010

Drie dagen verderweg

Afgelopen weekend hebben we dan het derde jeugdweekend in Malat verzorgd. Malat is één van de dorpen waar we werken, die het verste weg van ons vandaan ligt. Na de reis van ca. 7 uren door een prachtig landschap, kwamen we onder het stof in Malat aan, waar geen douche en ook geen licht is, maar met een emmer water kom je al een heel eind :). Juist doordat het vrij afgelegen ligt en er moeilijk contact met de “stadse cultuur” is, hadden we nu weer met een heel andere groep te maken. Deze jongeren zijn normaal gesproken veel buitenwerk gewend, kunnen vaak niet lang stil zitten te luisteren en vooral niet reflectief bepaalde vraagstukken uitwerken. Dit was en blijft voor ons een grote uitdaging. Toch waren er meer deelnemers dan we verwacht hadden: 34 in totaal, ook tieners en jeugd die uit niet-christelijke gezinnen komen. We hadden een groep van 8 jongelui die iedere dag 45 min. heen en weer 45 min. terug moesten naar Aushuconga om deel te nemen aan het programma; een andere groep van 6 jongeren kwam vier uur lopend vanaf Jelic naar Malat. Die bleven natuurlijk wel slapen.

Zoals al gezegd, moeten we de activiteiten en werktijden aan de doelgroep aanpassen en dat valt niet altijd mee, gezien we met een zeer gevarieerde groep te maken hadden wat betreft christelijke achtergrond, maar ook opleidingsniveau.

Over het algemeen wordt er niet veel geïnvesteerd in de opleiding van de meiden, gezien de hoop op de jongens is gevestigd, voornamelijk voor het later onderhouden van de familie in de brede zin van het woord. Daarom hebben meisjes en vrouwen nauwelijks twee jaar basisschool, kunnen ze net lezen en mogen ze zich verder wijden aan koken en kinderen krijgen. Als jongens het niet direct goed doen op school, worden ze ook niet aangemoedigd te studeren of worden er ook geen alternatieve leermethodes bedacht, maar worden ze vaak door de leraren voor “ezels” uitgemaakt en door de ouders van school gehaald. Onder andere om dit soort situaties, hebben we in het binnenland, in deze streken te maken met een heel laag zelfbeeld.

Nieuwe Testamenten voor tieners
 uit niet-Christelijke gezinnen
We kunnen merken dat het simpele feit dat we er zijn, dat iemand de moeite doet om bij ze te komen, ze al wel stimuleert en opkrikt. Toch is het voor ons moeilijk een geschikt programma voor ze te maken, enkel twee dagen lang, waarvan we hopen dat er toch wat bij blijft. Hun wereld is erg klein en daarin is weinig stimulans om verder te groeien. Wij willen graag daar verandering in brengen. Met de hulp voor schoolmateriaal en studiebeurzen via de fondsen van Ger en Froukje, dus de kerken uit Nederland, zijn er nu velen, ook meisjes, die doorstromen naar de middelbare school! Juist vanuit de kerk moet het voorbeeld komen van duurzame ontwikkeling, dus hebben we, Wilfredo en Judith, ook weer alle jeugdleiders - of potentiële jeugdleiders - aangespoord om van 7-10 oktober deel te nemen aan het Jeugdleiders-Opleidingsweekend dat we hier in Cajamarca zullen geven. Daarin willen we ze bemoedigen, om in hun eigen dorpen met hun eigen jongeren te werken, en ze daarvoor ook praktisch werkmateriaal geven.

Één van de leiders die in de eerste jeugdleiders-conferentie was, was Ruben uit Malat. Hij is afgelopen zondag getrouwd met Gladis, na 3 jaar verkering te hebben gehad, beide 19 jaar. Voor deze streek is dat zo jong nog niet, gezien velen op hun 14de al een partner hebben; tja veel andere afleiding heb je niet... de gewoonte in de dorpen is dat het meisje “geroofd” wordt en na een week (of langer), vaak al zwanger, terugkomt en de ouders pas inlicht over de relatie. Rubén en Gladis zijn hierin een gezond voorbeeld voor de andere tieners en jeugd in het dorp, omdat ze mét toestemming van de ouders en de zegen van God het huwelijk intreden en daardoor een goed begin maken. We hebben nu Gladis uitgenodigd ook deel te nemen aan de workshops in oktober. Bid voor hen en de andere jeugdleiders van het binnenland: “De oogst is groot, maar arbeiders zijn er weinig; vraag dus de eigenaar van de oogst of hij arbeiders wil sturen om de oogst binnen te halen.” (Lc. 10,2)

20 Aug 2010

Aan het werk!... nóg meer :)

Een maand geleden hadden we een jeugdweekend in Sucre en nu staat er weer een weekend met de jongeren van Malat voor de deur. Maar daarvóór hebben we nog wat andere nieuwtjes om te delen.

Begin dit jaar, toen de scholen en Universiteiten van start gingen met de lessen, dat is in maart en april, werd ik opgebeld door een privé-universiteit hier in Cajamarca, of ik alsjeblieft les wilde gaan geven voor de faculteit van Milieutechnologie: mijn vak dus! Ik vond het een mooie uitdaging, maar kon er niet direct op ingaan, gezien we juist dit jaar het werk met de kerkjes van het binnenland helemaal zouden vernieuwen en we allerlei nieuwe evenementen en materiaal moesten gaan ontwikkelen. Achteraf gezien, was dit inderdaad goed ingeschat.

Nu, in augustus, zijn de “oudste” leerlingen de 7de periode ingegaan, van 10 lesperioden van vier maanden in totaal. Ze moeten onderhand meer specialistische vakken krijgen en daar is in Cajamarca veel vraag naar en weinig aanbod voor. Dus werd er weer gevraagd of ik a.u.b. een paar vakken zou kunnen doen. Het inkomen voor een paar uur in de week is niet erg interessant, maar de uitdaging voor mij natuurlijk wel! Dus, na wikken en wegen, de tijd efficiënt in te delen, toch op de vraag ingegaan en vorige week van start gegaan met de cursus “Water-kwaliteit”.

Water is voor mij altijd een erg interessant onderwerp geweest, het is een element dat leven brengt, of juist door de mens dood gemaakt kan worden. Overal vind je water en overal zijn er problemen die met goed management voorkomen en opgelost moeten worden. Afvalwaterzuivering is bijvoorbeeld hier iets wat nog niet genoeg aandacht krijgt. Waar nog aan gewerkt moet worden vanuit de Universiteit is het inrichten van een Lab: in dit vak toch echt noodzakelijk. Voor nu moeten we het doen met bezoeken aan andere instellingen die dit wel hebben. De leerlingen zijn niet erg veel gewend, merk ik wel, vooral betreft begrijpend lezen en opdrachten uitwerken door analytisch na te denken: dus dáár werken we nu hard aan :).

Verder heb ik ook begin dit jaar een soort werkboek mogen schrijven voor het openen, functioneren en verder ontwikkelen van Kindereetzalen van Pan de Vida (http://www.pandevida.nl/). Door de connectie tussen de twee “werelden” en culturen: Nederland en Peru, kon ik in gesprek met de lokale coördinators van deze eetzalen een goed verslag maken. Te beginnen met hen uit te leggen hoe een basis-diagnose te doen, om de grote nood van de streek te bepalen, armere kinderen en families de prioriteit te geven, waar mee gewerkt zal worden, regels vast te stellen, maar ook nazorg te kunnen geven aan de hand van wat je gaandeweg tegenkomt. Armoede betekent namelijk niet alleen geen eten of geld hebben, maar ook milieuvervuiling, zwakke gezondheid, laag onderwijs, sociaal en geestelijk leven.
 
Als opvolging op dit werkboek, hebben we nu praktische workshops georganiseerd zodat het boek ook daadwerkelijk gebruikt zal worden, zowel in de bestaande eetzalen (comedores) als de nieuwe aanvragen die er kunnen zijn. Hierin vind ik het erg belangrijk dat ze zelf leren aanwijzen wat de sterke en zwakke kanten zijn van hun eigen organisatie, en tegelijkertijd de mogelijkheden benutten om deze te versterken (een SWOT-analyses: Strengths, Weaknesses, Opportunities and Threats).

Hieruit kunnen ze dan ook zelf strategieën en nieuwe projecten ontwikkelen om alle kanten van de armoede te kunnen bestrijden: integraal en duurzaam. Dit betekent dat er nu bijvoorbeeld een nieuwe aanvraag is voor het openen van een eetzaal in Piura, een andere aanvraag voor stoelen en tafels in Sucre en wie weet in de toekomst een eetzaal zich verder ontwikkelt en aanvraag doet voor kleine bedrijfjes met inkomsten voor de arme hardwerkende ouders.

Iemand vroeg mij laatst: wat doe jij in je vrije tijd? Wat is je hobby?
Uuuuh, vrije tijd: heb ik dat? :) Maar wat is mijn hobby, waar geniet ik van? Van sociaal-geestelijk-praktisch werk, vóór en mét mensen die het meer dan waard zijn, die vaak weinig kansen krijgen; helpen aan de Geestelijke, Sociale en Economische ontwikkeling van “onze mensen”, voor mij vooral de jongeren: ja dáár kan ik echt warm van worden!

Liefs, Judith

Geef, als je kunt, ieder wat hem toekomt. Zeg niet tegen je naaste: "Kom morgen maar terug", als je hem het gevraagde ook direct kunt geven. Spreuken 3:27-28

10 Aug 2010

Zelf leren denken en onderzoeken

uit: http://www.gerenfroukje.blogspot.com/

Eind Juli vierden we de tweede Leidersconferentie. Deze keer waren er 29 broeders die tijdens de nationale feestdagen naar Cajamarca waren gekomen. De vorige keer waren er 34 leiders en 3 ‘vrije studenten’. Zich vrij maken voor Bijbelstudie en onderwijs, terwijl er veel te doen is op het land, blijkt steeds weer een beslissing te vragen. De cultuur is hier niet een cultuur van planning en al helemaal niet van visie op de lange duur. Daarom besteden we veel tijd aan het motiveren van de broeders en proberen hen duidelijk te maken, dat de deelname aan de conferenties een investering in hun Gemeente is. Het is de bedoeling dat ze de lessen die ze krijgen, doorgeven aan hun Gemeente en niet dat ze het alleen voor persoonlijke toerusting houden. Om diezelfde reden geven we ze van ieder thema geschreven en praktisch materiaal mee naar huis.

Het was een prachtig programma met zeer nuttige lessen. Het eerste onderwerp was “Pastorale Zorg”. Dat is iets wat nauwelijks aanwezig is in de kleine kerkjes in het binnenland. Godofredo, de voorganger van de kerk waar wij lid van zijn, heeft op dit gebied een ruime ervaring. Hij begon met de opmerking dat discipline/tucht meestal veel wordt toegepast, maar dat de bedoeling daarvan: “herstel”, nauwelijks plaatsvindt. Iedereen weet wat niet goed is, maar hoe dat weer in orde moet komen is een hoofdstuk apart. Hij sprak over pastorale huisbezoeken, de noodzaak ervan, fouten die we moeten voorkomen en praktische tips voor conflictbeheersing. Het was een heel bruikbare les en we hopen dat de broeders er hun voordeel mee kunnen doen.

In de kerkjes worden soms 4-5 diensten per week gehouden. Alle diensten lijken op elkaar, er wordt gezongen en vaak geïmproviseerd gepreekt, waarna iedereen weer naar huis gaat en leeft zoals hij denkt dat goed is. Onderwijs is/was nauwelijks aanwezig. Daarom zijn de conferenties zo belangrijk, er worden onderwerpen behandeld, die de mensen zelf hebben aangedragen. Ger heeft onderwerpen als de prosperity-leer behandeld, maar ook de doop in de Heilige Geest en het functioneren van de gaven. Er is op dat gebied heel veel wildgroei met excessen. Ons verlangen is dat de kerkjes in het binnenland gezonde gemeentes worden, die invloed hebben in hun omgeving. Door de kleinschaligheid van het dorp, kan de kerk een belangrijke rol spelen in de ontwikkeling van de gemeenschap. Er is veel vervuiling in de beleving van de kerk door gewoontes die als doctrines worden opgelegd. De buitenkant is dan belangrijker dan de binnenkant: het hart.

Doordat de mannenbroeders opdrachten kregen, die ze in groepjes zelf moesten uitwerken, hadden we de studieboeken zoals concordantie, Bijbelse encyclopedie, Bijbels woordenboek en commentaren van Ger’s bibliotheek ter beschikking gesteld. Het was prachtig om te zien met hoeveel ijver de mannen thema’s opzochten en vragen uitwerkten. Doordat ze merkten dat Bijbelstudie leuk en interessant wordt als je hulpmaterialen hebt, zijn er nu verschillende kerkjes die een aanvraag willen doen voor hulp bij de aanschaf van een bibliotheek in de kerk.

We hebben sinds een paar jaar een verdubbelingfonds opgezet: d.w.z. dat de mensen zelf bepalen wat zij zinnig vinden om aan te schaffen voor hun kerk, zij sparen een bepaald bedrag en wij leggen hetzelfde bedrag bij. Zo heeft Malat intussen een generator voor elektriciteit aangeschaft en dit jaar kochten ze hun beamer met geluidsinstallatie om films in het dorp te vertonen. Anderen hebben muziekinstrumenten gekocht, anderen hebben de vloer van hun gebouw aangelegd. Het motiveert de mensen om hun best te doen, om met activiteiten geld bijeen te brengen, maar vooral om dromen te hebben die werkelijkheid gemaakt kunnen worden. Een bibliotheek in de kerk is nu voor verschillenden een mogelijkheid en een wens geworden, omdat ze merken dat het hen helpt om de Bijbel beter te begrijpen en teksten niet uit hun verband te halen.

Ze leren zelf nadenken en dat is iets wat hier zelfs op school niet erg wordt gestimuleerd. (Blinde) gehoorzaamheid is hier de grootste deugd. Je hoeft dan alleen maar te doen wat iemand anders zegt. Het geeft je een goed gevoel, want niemand kan je ter verantwoording roepen, en je kunt niets fout doen. Om zoiets te doorbreken is het werk van de Heilige Geest nodig en we zien langzamerhand sommige mensen wakker worden en hun eigen toekomst in handen nemen. Daar willen graag bij ondersteunen.

We hadden bezoek van een jong echtpaar uit Nederland, dat op zoek is naar Gods weg met hen, eventueel in Perú. Ze mochten erbij zijn en konden proeven wat het belang is van buitenlandse bijdrage in de ontwikkeling van het kerkelijk leven. Evangelisatie kunnen de Peruanen heel goed zelf doen, maar discipelschapstraining is toch nog een gebied waar hulp van buitenaf bij nodig is, vooral in samenhang met praktische, sociale en financiële ondersteuning.

De week na de conferentie ben ik, Froukje, druk geweest met 4 kinderen van het Lilianefonds. Een jongetje, Damian van 6 jaar, moet naar Lima gestuurd worden om te worden geopereerd. Daarvoor zijn er allerlei formaliteiten (overdrachtpapieren) nodig en dat vraagt enorm veel tijd en inspanning. Je krijgt geen lijst met welke formulieren nodig zijn, maar gaandeweg worden er steeds weer andere formulieren bij gevraagd. We beginnen met goede moed en hopen dan dat het niet te lang zal duren. Ongeveer 2 weken later kan Damian naar Lima reizen met zijn vader om een consult te krijgen voor de operatie in het Kinderziekenhuis van Lima. Daarnaast moest naar een oogarts met 2 jongens en naar de neuroloog met een andere. Veel tijd gaat ook zitten in het uitleggen aan de ouders wat er met hun kind aan de hand is en overleggen hoe de behandeling zal zijn. Als de ouders geen onderdak hebben bij een familielid in Cajamarca, mogen ze in onze kerk logeren, waar een ruimte is met stapelbedden voor de mensen uit de “campo” die onderdak nodig hebben. We zijn daar heel blij mee, want het geeft de mensen veel spanning om in de stad hun weg te zoeken naar ziekenhuizen, apotheken en laboratorio. Ook hier in de stad, zelfs in de publieke instellingen, worden de mensen uit het binnenland vaak niet goed behandeld.

Ons werk is integraal, niet alleen het geestelijke is belangrijk, maar ook het praktisch uitdragen van het evangelie en daar hoort gezondheidszorg ook bij. Met ieder kind en zijn ouder bidden we voordat ze weer weggaan, ook als ze geen christen zijn, want de hulp is voor iedereen, niet alleen voor de mensen die bij een kerk horen. Je merkt dat de mensen het waarderen. In Lima kan ik met de hulp van twee katholieke nonnen rekenen, die de weg weten in de ziekenhuizen aldaar. De mensen, die ik naar Lima moet sturen, worden door hen opgevangen en begeleid in hun weg naar de specialisten. Ook met hen kunnen we onze zorgen voor de patientjes uitwisselen en elkaar bemoedigen met gebed.

Deze maand gaan we naar Malat, waar Wilfredo en Judith het volgende Jeugdweekend zullen leiden. Het is een groep jongeren die nog niet zo lang bij elkaar komt, maar we hopen ze hiermee te versterken en ook de jongeren van andere dorpjes aan te moedigen zelf een jeugdgroep op te zetten. Dit doen Wilfredo en Judith vooral door op hen gericht materiaal te zoeken en een aantrekkelijk alternatief te bieden aan alsmaar dezelfde soort bijeenkomsten met de ouderen.

Heel hartelijk gegroet, ook namens Wilfredo&Judith:
Jullie Ger en Froukje

Wilfredo & Judith